Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar indien er [92]geen uitlegger is, dat hij [93]zwijge in de Gemeente; doch dat hij [94]tot zichzelven spreke, en [95]tot God. 92. Namelijk of hij zelf, die vreemde talen spreekt, of een ander, die de gave heeft om deze vreemde talen over te zetten in bekende te vertalen. 93. Namelijk die met vreemde talen spreekt. 94. Of, bij zichzelven, in het bijzonder, niet openlijk in de gemeente. 95. Namelijk inwendig God, die de gedachten des harten weet en alle talen verstaat, aanroepende en dankende.